• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
KlusBeter.nl

KlusBeter.nl

  • Sanitair
    • Baden en toebehoren
    • Douche
    • Hemelwater​afvoer (HWA)
    • Keukenboiler
    • Kranen
    • Riolering
    • Stopkranen
  • Elektra en verlichting
    • Brandmelder en brandbeveiliging
    • Elektrakabel
    • Elektrische aarde
    • Elektrische schakelingen in huis
    • Installatiemateriaal
    • Leidingverloop
    • Meetapparaten
    • Meterkast
    • Schakel​materiaal en stekkers
    • Verlichting
    • Verwijderingsbijdrage
    • Zekeringen
  • Centrale verwarming
    • CV-ketel
  • Veilig werken
    • Gehoor​bescherming
    • Gelaats​bescherming
    • Hoofd​bescherming
    • Luchtwegenbescherming
    • Oog​bescherming
    • Werken met elektriciteit
    • Werk​hand​schoenen
  • Overige
    • Gereedschap
    • Begrippenlijst
    • Rekentools
Home  >  Elektra_en_Verlichting

Elektra_en_Verlichting

Meterkast

  • 3 fase groepenkast
    3 fase groepenkast

Deze beschrijving is volgens de Nederlandse wet- en regelgeving geldig sinds 1 september 2005. Oudere installaties kunnen anders eruit zien. Als oudere installaties veranderd worden moeten zij daarna aan de nieuwe Nederlandse wet- en regelgeving voldoen. In België gelden andere wetten en regels!

In de meterkast bevindt zich de van het energiebedrijf aangelegde aansluiting op het elektriciteitsnetwerk. Voordat de stroom in het huis verdeeld kan worden moet hij een elektriciteitsmeter en een aantal beveiligingen passeren. Daarom zijn in de meterkast de volgende onderdelen geïnstalleerd:

  • Hoofdveiligheid
  • Kilowattuurmeter of elektriciteitsmeter
  • Hoofdschakelaar
  • Aardlekschakelaars
  • Groepen
  • Aardeaansluiting.

Verder is er een hoofdstuk over de verantwoordelijkheid van de huiseigenaar. Aan het einde van de pagina vind je een tekening van de componenten, die in een meterkast horen.

Disclaimer

Hoewel wij de grootst mogelijke zorgvuldigheid betrachten in de samenstelling en het onderhoud van de hier verstrekte informatie, kan KlusBeter.nl niet garanderen dat deze informatie compleet, actueel en/of accuraat is. KlusBeter.nl aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade welke ontstaat door gebruikmaking van, het vertrouwen op of handelingen verricht naar aanleiding van de op deze website verstrekte informatie.

Elektriciteit is gevaarlijk. Als je dus niet precies weet wat je aan het doen bent, bel een installateur!

Inhoud van een meterkast

Hoofdveiligheid en kilowattuurmeter

Verzegelde kilowattuurmeter en kastje met hoofdveiligheid.
Verzegelde kilowattuurmeter en kastje met hoofdveiligheid.

De hoofdveiligheid en kilowattuurmeter bevinden zich in de aansluitkast. Allebei zijn eigendom van het energiebedrijf en de aansluitkast is verzegeld. Soms is alléén de hoofdveiligheid in een kastje ondergebracht, in dat geval hebben zowel dat kastje als ook de kilowattuurmeter hun eigen zegel.

Alleen ‘Erkende Installateurs’ mogen het zegel verbreken en moeten na hun werkzaamheden de kast opnieuw verzegelen. Elk monteur heeft een eigen identificatienummer, die in het zegel verwerkt is, zodat altijd achterhaald kan worden wie het laatst de aansluitkast geopend heeft.

Als het zegel per ongeluk verbroken wordt, is het aan te raden om zo snel mogelijk een installateur te bellen om de schade te laten herstellen. Een niet verzegelde aansluitkast laat het vermoeden toe, dat illegaal stroom afgetapt wordt.

Oud kastje met hoofdzekering en zegel van de installateur.
Oud kastje met hoofdzekering en zegel van de installateur.
Zegel met identificatienummer van een 'erkende installateur'.
Zegel met identificatienummer van een ‘erkende installateur’.

Welke ampere-waarde de hoofdveiligheid heeft, is afhankelijk van het maximale vermogen dat de installatie gelijktijdig moet kunnen leveren. Bij een eenfase-installatie zijn dit 25 A x 230 V = 5750 W of 35 A x 230 V = 8050 W. Een driefasenet kan 400 V leveren, de respectieve vermogens zijn dus 10000 W en 14000 W.

Hoofdschakelaar

Hoofdschakelaar
Hoofdschakelaar

Vanuit het aansluitkastje lopen de voedingsleidingen naar een hoofdschakelaar. Met deze schakelaar kan in een handeling de stroomtoevoer naar het huis afgesloten worden. Sinds 1 september 2005 is de hoofdschakelaar verplicht voor alle nieuwe installaties en installaties die na deze datum aangepast worden. De hoofdschakelaar is geen zekering. De ampère-waarde die erop staat geeft aan voor hoeveel stroom de schakelaar geschikt is. In de situatie dat een 25 of 35 A hoofdveiligheid geïnstalleerd is, zal een hoofdschakelaar voor 40 A gekozen worden.

Groepenkast van voor 1 september 2005, er is maar één aardlekschakelaar aanwezig (rechts onder). De zekeringen zijn smeltveiligheden.
Groepenkast van voor 1 september 2005, er is maar één aardlekschakelaar aanwezig (rechts onder). De zekeringen zijn smeltveiligheden.

Aardlekschakelaars

Vanuit de hoofdschakelaar splitst de kabel en loopt naar minstens twee aardlekschakelaars. Behalve als er maar één groep is, dan voldoet één aardlekschakelaar.

Sinds 1 september 2005 is het verplicht om minstens twee van deze schakelaars in nieuwe en aangepaste installaties te gebruiken en ze moeten bij een lekstroom van maximaal 30 mA = 0.03 A uitschakelen.

  • Pagina
  • 1
  • 2
Beoordeel de pagina
Meterkast
★ ★ ★ ★ ★
3.4 van 5 ( 33 stemmen )
★★★★★
(13)
★★★★
(7)
★★★
(3)
★★
(5)
★
(7)

Verwijderingsbijdrage

Wanneer betaal je de verwijderingsbijdrage?

Apparaten voor welke verwijderingsbijdrage betaald moet worden.
Apparaten voor welke verwijderingsbijdrage betaald moet worden.

Sinds 14 februari 2011 hoef je de verwijderingsbijdrage voor verlichting (spaarlampen en tl-buizen), bruingoed (tv, dvd, stereoapparaten en dergelijke) en klein huishoudelijk witgoed (koffiezetapparaat, waterkoker, friteuse, stofzuiger en dergelijke) niet meer apart te betalen. De bijdrage wordt in de koopprijs verwerkt. Oude lampen en apparatuur kan je gratis in de winkel inleveren.

Voor groot witgoed (koelkast, vriezer, wasmachine, fornuis en dergelijke) werd nog tot februari 2013 een verwijderingsbijdrage gevraagd. Als je nu een nieuw apparaat koopt kan je de oude bij de winkelier inleveren. De verwijderingsbijdrage komt dan boven op de koopprijs. De kosten zijn 5 of 17 euro afhankelijk van het apparaat. Voor alles, wat met koeling te maken heeft, geldt het hogere tarief.

Als je geen nieuwe lampen of apparatuur koopt kan je de oude ook bij gemeentedepots inleveren. Hoe de inzameling geschiedt verschilt per gemeente.

Waarom betaal je?

De verwijderingsbijdrage wordt gebruikt voor een milieuvriendelijke verwerking van oude apparaten. Metalen zoals aluminium en koper en andere materialen worden eruit gehaald en gerecycled. Daarnaast worden schadelijke stoffen op milieuvriendelijke wijze verwerkt.

Beoordeel de pagina
Verwijderingsbijdrage
★ ★ ★ ★ ★
3.0 van 5 ( 23 stemmen )
★★★★★
(5)
★★★★
(5)
★★★
(4)
★★
(5)
★
(7)

Brandmelder en brandbeveiliging

Een brandmelder of beter meerdere brandmelders ter brandbeveiliging in je woning zijn geen overbodige luxe, ze kunnen je leven redden.

Brandbeveiliging: Binnenkant van een brandmelder, in dit geval een optische rookmelder. De batterij moet nog aangesloten worden.
Binnenkant van een optische rookmelder. De batterij moet nog aangesloten worden.

Stel je voor dat tijdens je slaap brand uitbreekt en je hier niets van merkt. Sommige van de gassen die bij brand vrijkomen zijn in hoge mate giftig. Hoe meer je van deze gassen inademt, hoe kleiner wordt de kans dat je ooit weer wakker wordt. Een brandmelder slaat alarm met een hard en doordringend piepgeluid en maakt je wakker voordat het te laat is.

In Nederland en Vlaanderen is het nog niet verplicht brandmelders in bestaande woningen te installeren, alleen voor nieuwbouw is dit wettelijk geregeld. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen in Nederland eist wel de plaatsing van brandmelders. Een rookmelder is vereist indien je meer dan 15 meter moet lopen tot aan de uitgang van de woning.

Volgens de wetgeving moeten brandmelders in nieuwbouwwoningen geplaatst worden en aan het elektriciteitsnet aangesloten zijn.Brandmelders die je in de bouwmarkt koopt hebben doorgaans batterijen nodig. Als de batterij leeg raakt geeft de brandmelder een geluidssignaal af. Dan is het nodig om meteen nieuwe batterijen te plaatsen zodat de beschermende werking van de brandmelder gegarandeerd blijft.De meeste brandmelders hebben een testknop ter controle. Als je deze indrukt moet het alarmsignaal te horen zijn, als dit niet zo is, is of de batterij leeg of de melder is kapot. Wacht dan niet tot volgende week, maar test de brandmelder met een nieuwe batterij en als de brandmelder kapot blijkt te zijn, koop dan zo snel mogelijk een nieuwe.

Er zijn verschillende soorten brandmelders:

  • Optische rookmelder
  • Brandgasmelder
  • Hittemelder
  • Ionisatie-rookmelder
  • Drukknopmelder

De optische brandmelder wordt het meest verkocht mede omdat hij relatief goedkoop is en omdat hij voor bijna alle ruimtes geschikt is.

Welke brandmelder heb je nodig?

Niet alle typen brandmelders zijn voor alle kamers evengoed geschikt. En ook niet alle soorten brandmelders zijn nog verkrijgbaar: de ionisatie-rookmelder is intussen verboden. In een gemiddeld huishouden zijn voor slaap- en woonkamers optische rookmelders het meest geschikt. In de keuken is het beter om een brandgasmelder te gebruiken, omdat door kookdampen en -rook optische rookmelders snel vals alarm geven.

Waar plaats je brandmelders?

Het is zinvol om in elke kamer een brandmelder te plaatsen, maar vooral in ruimtes die je moet passeren om de uitgang van je woning te bereiken. Je wilt namelijk niet opgesloten worden door rook of vuur.

In de kamers plaats je de brandmelders zo hoog mogelijk (behalve de drukknopmelder). Omdat rook lichter is dan lucht, stijgt hij snel naar boven. Daarom groeit de concentratie van rook aan het plafond snel en zal de rookmelder eerder alarm slaan. De beste plek voor een rookmelder is dus aan het hoogste punt van het plafond. In ieder geval moet de melder hoger dan deur- en raamkozijnen geplaatst worden.

Bij brandgasmelders geldt dat zij tussen de een en twee meter van het verbrandingstoestel geplaatst moeten worden en bij montage aan het plafond 30 cm van de muur af, bij montage aan de muur 15 cm van het plafond. Ook de brandgasmelder moet boven deur- en raamkozijnen geplaatst worden.

Brandpreventie

Brandpreventie bestaat niet alleen uit het ophangen van brandmelders, maar ook uit voorbereid zijn. Als je woning in brand staat, ziet het er allemaal anders uit; het is mogelijk al heet en de lucht vol met rook.
Onderschat ook niet, dat een dergelijke situatie enorme stress en eventueel zelfs paniek veroorzaakt. Dan is het bijzonder belangrijk, dat je precies weet, wat je moet doen en waar je heen moet gaan.
Dus voor dat het gaat branden zou je hierover moeten nadenken.

  • Gebruik de afgesproken vluchtwegen en verzamelpunt Spreek vluchtwegen en een verzamelpunt met alle bewoners af. Zorg ervoor, dat sleutels altijd in de buurt van deuren bewaart worden.
  • Waarschuw alle bewoners.
  • Zo snel mogelijk het huis uit Probeer niet jouw inboedel, je postzegelverzameling of die mooie nieuwe jurk te redden. Deze dingen kunnen allemaal vervangen worden, je gezondheid niet.
  • Sluit ramen en deuren Vuur heeft zuurstof nodig om te branden. Sluit alle ramen en deuren, maar alleen als je er nog veilig bij kan.
  • Bel 112.

Wat voor brandmelders zijn er?

  • Pagina
  • 1
  • 2
Beoordeel de pagina
Brandmelder en brandbeveiliging
★ ★ ★ ★ ★
3.3 van 5 ( 29 stemmen )
★★★★★
(10)
★★★★
(5)
★★★
(4)
★★
(6)
★
(7)

Meetapparaten

  • Wisselspanning aan een wandcontactdoos meten
    Meten met een multimeter

Er bestaan verschillende meetapparaten voor de elektrische grootheden, zoals elektrische stroom, spanning, vermogen en weerstand. Elektrische stroom kan met een stroomtang of een ampèremeter gemeten worden. Voor het meten van de elektrische spanning is een spanningstester of een voltmeter nodig. De elektrische weerstand kan met een ohmmeter bepaald worden en het elektrische vermogen met een vermogensmeter. Met een zogenaamde multi- of universeelmeter kunnen meerdere van deze grootheden gemeten worden.

Op deze pagina wordt ook uitgelegd hoe de meetapparaten in principe aangesloten moeten worden.

Kwaliteit en veiligheid

Let bij de koop erop dat het apparaatje een KEMA-KEUR en CE-markering heeft.

Als je een spannings-, stroom-, vermogens-, ohm- of multimeter koopt, moet deze categorie II (voor een eenfasenet) of categorie III (voor een driefasenet) zijn. Meetapparaten van categorie I zijn niet geschikt voor het meten in elektrische installaties!

Deze pagina geeft een algemeen overzicht en kan niet op de details van elk verkrijgbaar meetinstrument ingaan. Daarom: Voor het gebruik van een apparaat altijd de gebruiksaanwijzing lezen.

Stroomtang

Stroomtangen
Stroomtangen. De twee stekkers bij het middelste model dienen ervoor om een display aan te sluiten.

Met een stroomtang kan de stroom door een geleider gemeten worden zonder de geleider te onderbreken. Meten is makkelijk: De stroomtang wordt om de geleider gepositioneerd en de stroomsterkte kan afgelezen worden. Er zijn stroomtangen voor het meten van gelijk- en van wisselstroom. Wisselstroomtangen werken door het magneetveld te meten dat door de stroom opgewekt wordt. Deze tangen zijn alleen voor wisselstroom geschikt. Gelijkstroomtangen maken gebruik van het Hall-effekt en kunnen ook voor het meten van wisselstroom gebruikt worden.

Spanningstester

Spanningstester
Spanningstester

Met spanningstesters wordt getest of en geleider onder spanning staat. Zij worden soms ook spanningszoeker genoemd.

De simpelste uitvoering ziet eruit als een schroevendraaier die geïsoleerd is, waarin zich een lampje bevindt en die op het einde van het handvat een metalen plaatje heeft. Om te meten moet de tip van de schroevendraaier het te meten punt aanraken en je duim op het metalen plaatje aan het einde van het handvat liggen. Als het lampje gaat branden, is er spanning aanwezig. In principe wordt hier gemeten of er een spanningsverschil met aarde bestaat, waarbij jouw lichaam de verbinding met aarde vormt. Andere spanningstesters zien eruit als pennen of thermometers. Sommige hebben een extra elektrode die met aarde verbonden moet worden. Deze type spanningstester is ook met display verkrijgbaar waar de hoogte van de spanning af te lezen is.

Als veiligheid een grote rol speelt, is het raadzaam om een contactloze spanningstester te gebruiken. Deze werken volgens een andere principe waardoor het directe contact met de geleider waar de spanning op staat niet nodig is. Deze soort spanningstester heeft twee elektroden en geeft de spanningswaarde weer met behulp van een display en/of led-lampjes. Om te meten worden de elektroden aan de twee punten gehouden, waartussen de spanning bepaald moet worden. In het apparaatje zit een hoge weerstand zodat er geen kortsluiting kan ontstaan.

Meters

Analoge ampèremeter, twee multimeters en een vermogensmeter.
Analoge ampèremeter, twee multimeters en een vermogensmeter.

Voor elke elektrische grootheid bestaan meetapparaten waarmee deze nauwkeurig gemeten kan worden. De volgende meters bestaan:

  • Stroommeter (ampèremeter)
  • Weerstandsmeter (ohmmeter)
  • Spanningsmeter (voltmeter)
  • Vermogensmeter (wattmeter)
  • Multi- of universeelmeter.
    Met een multi- of universeelmeter kunnen meerdere grootheden gemeten worden.

Stroom-, spannings- en vermogensmeters zijn ook voor drie fasen verkrijgbaar. De waardes worden dan voor elke fase apart gemeten.

Digitaal of analoog

Meters zijn er met een analoge of een digitale display. Digitale displays zijn makkelijker af te lezen en afleesfouten zijn minder waarschijnlijk. Bij een digitaal display kan men vaak veel cijfers achter de komma aflezen, maar dat betekent niet dat het meetresultaat nauwkeuriger is. Het meetresultaat is nooit beter dan de meetfout die in de specificaties van het meetapparaat aangegeven staat.

Voor huishoudelijk gebruik is het meestal niet noodzakelijk om heel precies te weten hoe hoog de spanning of stroom is en het is niet nodig om veel geld voor een meetapparaat te betalen. Wat wel belangrijk is, zijn de nauwkeurigheid en vooral de veiligheid. Let bij de koop erop dat het apparaatje een KEMA-KEUR en CE keurmerk heeft.

Symbolen voor elektrische schakelingen.
Symbolen voor elektrische schakelingen.

Grootheden meten

Afhankelijk van de te meten grootheid moet de meter op een andere manier aangesloten worden: om de stroom te meten moet het apparaat in serie geschakeld worden, voor spanningsmeting parallel en voor vermogensmeting allebei tegelijkertijd (een vermogensmeter heeft vier aansluitingen). Om de weerstand te meten moet de Ohmmeter parallel aan de weerstand geschakeld worden. In de tekening hiernaast zijn de symbolen voor meetapparaten, lamp en weerstand uitgelegd.

  • Pagina
  • 1
  • 2
Beoordeel de pagina
Meetapparaten
★ ★ ★ ★ ★
3.0 van 5 ( 24 stemmen )
★★★★★
(4)
★★★★
(5)
★★★
(5)
★★
(7)
★
(8)

Leidingverloop

De elektriciteit wordt in het huis met behulp van kabels en las- of centraaldozen verdeeld. In de dozen worden aftakkingen gemaakt naar stopcontacten, schakelaars en lichtpunten. In oudere huizen is de leidingverloop volgens het zogenaamde normaaldozensysteem, in nieuwere woningen uitsluitend volgens het centraaldozensysteem. In de dozen worden de draden verbonden met lasklemmen of lasdoppen. De bedrading is van VD-draad en in elektrabuizen geplaatst.

Zorg ervoor dat leidingen van verschillende groepen nooit in één centraaldoos of lasdoos samenkomen!

Normaaldozensysteem

Normaaldozensysteem
Normaaldozensysteem. De stroomtoevoer komt bij een van de lasdozen de kamer binnen. De kabels worden doorverbonden, zodat elk stopcontact, schakelaar en lamp aan elektriciteit aangesloten is.

In dit soort leidingverloop worden lasdozen aan elkaar geschakeld die de bedrading doorverbinden. De lasdozen dienen als verbindingsstukken en als aftakkingspunten, waar leidingen naar stopcontacten, schakelaars en lampen lopen. Uitbreidingen zijn eenvoudig, omdat het systeem vaak in het zicht is geïnstalleerd (opbouw).

De leidingsbuizen lopen meestal hoog aan de muur dichtbij het plafond. Daar zitten dan ook de lasdozen.

In de lasdozen worden de draden doorverbonden of gesplitst met behulp van lasklemmen of lasdoppen. Elke schakelaar wordt vanuit een lasdoos met een bruine fasedraad en een zwarte schakeldraad voorzien. De zwarte schakeldraad loopt samen met een blauwe nuldraad door naar de lamp. Voor elk stopcontact wordt in een lasdoos een bruine fasedraad en een blauwe nuldraad afgesplitst.

Centraaldozensysteem

Centraaldozensysteem
Centraaldozensysteem. De aansluiting aan de groep in de meterkast bevindt zich in de centraaldoos, waaraan de lamp hangt. Van dit punt wordt de elektriciteit over stopcontacten verdeeld en de lamp via een schakeldraad aan de schakelaar aangesloten.

Het centraaldozensysteen wordt in nieuwere woningen toegepast. In dit soort leidingverloop komt de leiding van een groep uit op één centraal geplaatste lasdoos of centraaldoos, waarop alle stopcontacten, schakelaars en lichtpunten in de betreffende kamer zijn aangesloten. Dit systeem wordt in alle nieuwe huizen toegepast en is vaak geheel of gedeeltelijk weggewerkt in plafond of muren.

In de centraaldoos worden de draden die van de groep in de meterkast komen gesplitst met behulp van lasklemmen of lasdoppen. Aan de centraaldoos hangt meestal een lamp, welke hier direct aan de nuldraad aangesloten zit. Vanuit de centraaldoos loopt een bruine fasedraad naar de schakelaar voor deze lamp en komt vanuit de schakelaar als zwarte schakeldraad terug. Voor elk stopcontact lopen een bruine fasedraad en een blauwe nuldraad vanuit de centraaldoos naar het stopcontact.

Uitbreidingen zijn mogelijk volgens het normaaldozensysteem.

Leidingverloop achterhalen

De leidingen lopen vanaf de lasdoos naar boven.
De leidingen lopen vanaf de lasdoos naar boven.

De eerste stap bij het achterhalen van de leidingverloop is het bepalen welke lichtpunten en stopcontacten bij welke groep horen. Dit kan je doen door een groepsschakelaar uit te zetten of smeltveiligheid eruit te draaien en testen welke lichtpunten en stopcontacten het niet meer doen.

In oude huizen waar de elektrabuizen op de muur gemonteerd zijn is de leidingverloop vaak makkelijk te zien. Als de buizen geheel of gedeeltelijk in de muur weg gewerkt zijn, kan je contactdozen openen (alleen als er geen spanning op staat!) om te zien of de leidingen naar boven of beneden lopen en daaruit concluderen of de lasdozen onder het plafond of bij de vloer zitten.

Verder zijn er apparaten op de markt waarmee je metalen voorwerpen in de muur kan detecteren, dus ook elektrische leidingen. Deze apparaten zijn ook erg handig als je een gat in de muur boren wilt zonder een leiding te beschadigen.

Beoordeel de pagina
Leidingverloop
★ ★ ★ ★ ★
3.4 van 5 ( 49 stemmen )
★★★★★
(17)
★★★★
(10)
★★★
(10)
★★
(6)
★
(10)

Zekeringen

Smeltveiligheid voor 16 A en een maximale spanning van 500 V.
Smeltveiligheid voor 16 A en maximale spanning van 500 V.

Het doel van zekeringen is om de stroomtoevoer uit te schakelen op het moment dat er een bepaalde hoeveelheid stroom overschreden wordt. Bijvoorbeeld een zekering van 16 A zal de stroomtoevoer onderbreken als de stroom 16 A overstijgt.

Als er een zekering eruit vliegt moet de oorzaak hiervoor gevonden en verholpen worden voordat de zekering vervangen of weer ingeschakeld wordt.

Er zijn verschillende soorten zekeringen namelijk de smeltveiligheid, de installatieautomaat en aardlekautomaten (ook alamat genoemd). De laatste soort is een combinatie van een installatieautomaat en een aardlekschakelaar.

Smeltveiligheid in zijn stop. De schroefdraad waarmee de stop in de groepenkast wordt gedraaid is duidelijk te zien.
Smeltveiligheid in zijn stop. De schroefdraad waarmee de stop in de groepenkast wordt gedraaid is duidelijk te zien.

Smeltveiligheid

Hier wordt de stop met de smeltveiligheid in de groepenkast geschroefd.
Hier wordt de stop met de smeltveiligheid in de groepenkast geschroefd.

De smeltveiligheid werkt met een dun metalen draadje dat smelt als de stroom de zekeringsstroom overschrijdt. Het draadje zit in een behuizing van porcelein. Deze soort zekering moet na het doorbranden door een nieuwe vervangen worden. De smeltveiligheid wordt in een stop met schroefdraad gezet en dan in de groepenkast geschroefd.

Smeltveiligheden worden in nieuwe installaties niet meer gebruikt.

Installatieautomaat

Installatieautomaat voor drie-fasenet (links) en voor een-fasenet.
Installatieautomaat voor drie-fasenet (links) en voor een-fasenet.

De installatieautomaat heeft zowel een magnetische als ook een thermische beveiliging. De magnetische beveiliging bestaat uit een elektromagneet die de stroomtoevoer onderbreekt als hoge stromen optreden, veroorzaakt door bijvoorbeeld een kortsluiting. Dit werkt heel snel, in ongeveer 10 ms. De thermische beveiliging beschermt voor langdurige hoge stromen waardoor een daarvoor bedoeld stukje metaal uitzet en de stroom uitschakelt.

De installatieautomaat kan nadat die zichzelf heeft uitgeschakeld weer ingeschakeld worden en hoeft niet vervangen te worden.

Aardlekautomat (alamat)

Vier aardlekautomaten (alamat): een combinatie van aardlekschakelaar en installatieautomaat. De blauwe knopjes rechtsonder zijn de testschakelaars.
Vier aardlekautomaten (alamat): een combinatie van aardlekschakelaar en installatieautomaat. De blauwe knopjes rechtsonder zijn de testschakelaars.

De aardlekautomaat werkt net zo als een installatieautomaat plus dat hij ook de lekstroom meet. De lekstroom is het verschil tussen de stromen die over de fasedraad en de nuldraad vloeien. Als deze lekstroom de beveiligde waarde overschrijdt schakelt de automaat de stroomtoevoer uit. Tegenwoordig is wettelijk vastgelegd dat de lekstroom maximaal 30 mA mag zijn. Het aardlekschakelaargedeelte van een aardlekautomaat moet om de zes maanden getest worden door kleine knopjes op de zekering in te drukken. Schakelt de automaat uit dan functioneert de aardlekschakelaar goed. Schakelt hij niet uit dan moet hij meteen vervangen worden.

Zekeringen in de meterkast

Een Nederlandse huishouden is met een hoofdzekering van 25 of 35 A beveiligd. Deze hoofdzekering is eigendom van het energiebedrijf en bevindt zich in een verzegeld kastje in de meterkast. De hoofdzekering mag niet door onbevoegde vervangen worden. Welke ampère-waarde nodig is voor de hoofdzekering hangt af van het vermogen dat de installatie maximaal gelijktijdig moet kunnen leveren (grofweg 25 A x 230 V = 5750 W of 35 A x 230 V = 8050 W in een eenfasenet, voor een driefasenet zijn dit 25 A x 400 V = 10000 W en 35 A x 400 V = 14000 W).

Vanuit de hoofdzekering loopt de stroom via de kilowattuurmeter en de hoofdschakelaar naar de groepenkast. Elke groep wordt beveiligd met maximaal 16 A. Verder moeten minstens twee aardlekschakelaars de groepen beveiligen, maar nooit meer dan vier groepen per aardlekschakelaar.

Voor nieuwe installaties of als installaties aangepast worden, worden meestal aardlekautomaten gebruikt, zodat elke groep individueel tegen te hoge stroom en lekstroom beveiligd is.

Beoordeel de pagina
Zekeringen
★ ★ ★ ★ ★
2.9 van 5 ( 41 stemmen )
★★★★★
(9)
★★★★
(6)
★★★
(7)
★★
(9)
★
(11)
  • Ga naar pagina 1
  • Ga naar pagina 2
  • Ga naar Volgende pagina »

Primaire Sidebar

Betaal jij teveel voor je energie?

Energievergelijker

Deel het met je vrienden!

Connect

Gerelateerde pagina's

Meterkast
Multimeter
Werken met elektriciteit
Elektriciteit
Elektriciteit
Elektra en verlichting
Elektra en verlichting
Energieverdeler of Combiregelaar
Energieverdeler
Wisselspanning aan een wandcontactdoos meten
Meten met een multimeter

Uitgelichte pagina's

Roken beïnvloedt de luchtkwaliteit negatief. Luchtkwaliteit binnenshuis
Onderdelen HR cv-ketel Hoe werkt een cv-ketel?
Aansluitset keukenboiler
Sifon
Keukenboiler : Extra kosten of besparing?

Footer

Copyright

Het kopieren van inhoud van deze site voor commerciële doeleinden is een schending van de copyright wet.

© 2022 DaReCo vof
KvK-nummer: 5521985

 
  • Contact
  • Over ons
  • Algemene voorwaarden
  • Privacyverklaring
  • Sitemap
  • Cookiebeleid (EU)

Copyright © 2022 · Daxke on Genesis Framework · WordPress

    Beheer cookie toestemming
    Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
    Functioneel Altijd actief
    De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
    Voorkeuren
    De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
    Statistieken
    De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt. De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
    Marketing
    De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.
    Beheer opties Beheer diensten Beheer leveranciers Lees meer over deze doeleinden
    Bekijk voorkeuren
    {title} {title} {title}